Jaarrekening

Overzicht van baten en lasten en toelichting

Wat heeft het gekost? (x € 1.000)

Programma 2

Bereikbaarheid

Jaarrekening
2018

Ontwerp begroting 2019

Actuele begroting 2019

Jaarrekening 2019

Bedrag verschil

Begroting 2020

Lasten

187.020

218.565

234.126

175.835

58.291

267.118

Baten

-17.664

-9.535

-18.570

-29.198

10.628

-35.857

Saldo van baten en lasten

169.357

209.030

215.556

146.637

68.919

231.261

Stortingen reserves

71.641

462.067

620.588

606.496

14.092

143.907

Onttrekking reserves

-67.586

-227.888

-332.384

-269.037

-63.347

-260.674

Resultaat

173.411

443.209

503.760

484.097

19.663

114.493

Toelichting

In onderstaande tabel wordt het verschil tussen de actuele begroting en de jaarrekening nader gespecificeerd.

#

Specificatie

Bedrag (x € 1.000)

V/N

Dekking/UI

Lasten

58.291

1

Subsidies infrastructuur

13.284

V

Resv. uitvoeren Mobiliteitsbeleid door derden

2

Subsidies mobiliteitsbeleid OV

10.374

V

Resv. uitvoeren Mobiliteitsbeleid door derden

3

Variabel onderhoud wegen - Gebiedscontracten

6.978

V

Resv. Groot onderhoud wegen

4

Subsidie Boerenverdrietsluis

6.000

V

UI

5

Subsidies Fiets

4.900

V

Resv.  uitvoeren Mobiliteitsbeleid door derden

6

Projecten voor derden vaarwegen

4.196

V

Baten (2)

7

Innovatieprojecten mobiliteit

3.840

V

Resv. Innovatieprojecten mobiliteit

8

Groot onderhoud wegen: strategisch en algemeen beheer

2.613

V

Resv. Groot onderhoud wegen

9

Projecten v. derden wegen

2.286

v

Baten (3)

10

Beheer en onderhoud tunnels en aquaducten

-1.786

N

11

Kapitaallasten Weginfrastructuur

1.700

V

Resv. Kapitaallasten wegen

12

Strategisch en algemeen beheer vaarwegen

1.465

V

Resv. Groot onderhoud vaarwegen

13

Herverdeling vaarwegen

1.321

V

Baten (4)

14

Kapitaallasten PMI

1.300

V

15

Vast onderhoud wegen

-1.039

N

16

OV concessies exploitatiebijdragen

905

V

Resv. OV projecten

17

Variabel onderhoud vaarwegen - gebiedscontracten

843

V

Resv. Groot onderhoud vaarwegen

18

Investeringen wegen

817

V

19

Verkeersmanagement

783

V

20

Schades wegen >50.000

568

V

Baten (9)

21

Ligplaatsen

489

V

22

Leasewagens inspecteurs

-488

N

23

OV concessies proceskosten

468

V

Resv. OV projecten

24

Opdrachten ontwikkelen Provinciale infrastructuur

468

V

Resv. Ontwikkelen provinciale infrastructuur

25

Kapitaallasten OV-Infrastructuur

427

V

Resv. Kapitaallasten OV

26

Mobiliteitsbeleid algemeen

408

V

Resv. Mobiliteitsbeleid

27

Elektrisch vervoer (MRA-E)

353

V

Baten (8)

28

Studiekosten PMI

-282

N

29

Gladheidsbestrijding wegen

258

V

30

Capaciteitskosten

-5.038

N

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €100.000

-120

N

Baten

10.628

1

Vrijval reservering parallelle Kaagbaan (N201)

18.572

V

2

Projecten voor derden vaarwegen

-4.196

N

Lasten (6)

3

Projecten voor  derden wegen

-2.016

N

Lasten (9)

4

Herverdeling vaarwegen

-890

N

Lasten (13)

5

OV concessies boetes

-750

N

Resv. OV projecten

6

Groot onderhoud wegen

748

V

Resv. Groot onderhoud wegen

7

Bijdrage derden Grass2Grit

-463

N

Resv. Innovatieprojecten mobiliteit

8

Elektrisch vervoer MRA-E

-400

N

Lasten (27)

9

Schades wegen >50.000

-287

N

Lasten (20)

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €100.000

310

V

Stortingen

14.092

1

Lagere storting reserve Kapitaallasten weginfrastructuur

11.100

V

Resv. ontwikkelen prov. infrastructuur

2

Resv. Kapitaallasten investeringen. Kunstwerken

2.121

v

Resv. investeringen kunstwerken

3

Lagere storting reserve OV

750

V

Baten (5)

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €100.000

121

V

Onttrekking

-63.347

1

Lagere onttrekking reserve Uitvoeren Mobiliteitsbeleid door derden

-28.558

N

Lasten (1,2,5)

2

Lagere onttrekking reserve Ontwikkeling Provinciale Infrastructuur

-11.744

N

Lasten (24) en Stortingen (1)

3

Resv. Groot onderhoud wegen

-10.400

N

Lasten (3 & 8) en Baten (6)

4

Resv. Innovatieprojecten Mobiliteit

-3.840

N

Lasten (7)

5

Resv. Groot onderhoud vaarwegen

-2.598

N

Lasten (12, 17)

6

Resv. Investeringen Kunstwerken

-2.121

N

Resv. Kapitaallasten investeringen kunstwerken

7

Lagere onttrekking reserve Kapitaallasten Weginfrastructuur

-1.700

N

Lasten (11)

8

Lagere onttrekking reserve OV projecten

- 1.373

N

Lasten (16) en (23)

9

Lagere onttrekking reserve Kapitaallasten OV-infrastructuur

-427

N

Lasten (25)

10

Lagere onttrekking reserve Mobiliteitsbeleid

-408

N

Lasten (26)

Overige verschillen afzonderlijk ≤ €100.000

-178

N

V = Voordelig, N = Nadelig,

Toelichting

Lasten

  1. Er is over 2019 in totaal € 13,3 mln. minder besteed aan (subsidie)bijdragen voor wegenprojecten dan begroot (neutraal).
    1. De subsidie Zaanbrug van € 11,6 mln. is niet verleend (De aanbesteding van project Zaanbrug kon niet succesvol worden afgerond, de 2 inschrijvers hadden boven plafondprijs aangeboden. Daarop is besloten om in onderhandeling te treden met de 2 inschrijvers. Eerst moet blijken dat het mogelijk is om het project te realiseren en dan wordt de subsidie verleend).
    2. In kader van de uitvoeringsregeling Kleine infrastructuur is € 547.000 minder aan subsidie verleend (Puur project voor verkeersveiligheid wordt niet echt meer gedaan door de gemeenten door geld- en tijdgebrek. Daarom worden deze projecten gekoppeld aan onderhoudsprojecten of bereikbaarheidsprojecten. Daarom afhankelijk van de planning die er gemeentelijk al ligt. Hierop anticiperend hebben we de subsidiebijdrage voor fiets infrastructuur van 50% naar 70% gedaan, zodat de stap om als gemeente geld vrij te maken voor veilige fiets infra kleiner wordt.
    3. Voor Veilige uitwegen is € 0,6 mln. minder besteed. Project om particuliere uitwegen veiliger te maken. Subsidies kunnen nog niet worden aangevraagd door particulieren, regeling is nog in concept. Verwachting is nog wel dat particulieren hier gebruik van gaan maken wanneer regeling ingaat.
    4. De subsidie voor Bergerweg (in kader van het Investeringspakket Bereikbaarheid Alkmaar – IBP) van € 0,55 mln. is niet verleend niet gerealiseerd dit jaar, wegens ambtelijk capaciteitsgebrek bij de gemeente Alkmaar. Verwachting is dat deze subsidie in 2020 wel wordt aangevraagd.
    5.  Voor Fietsparkeren bus is € 75.000 niet besteed doordat de subsidie niet meer verwerkt kon worden in 2019, deze wordt nu in 2020 beschikt.
  • Er is in 2019 € 10,4 mln. minder besteed aan (subsidie)bijdragen Openbaar vervoer dan begroot (neutraal):
      1. De bijdrage busvoorzieningen A1 (€ 1,5 mln.) is nog niet verleend doordat RWS n og nadere informatie dient te verstrekken. Verwachting is dat in Q2-2020 de subsidie kan worden uitgekeerd.
      2. In het kader van de Investeringsagenda doorstroming OV is € 6,8 miljoen minder aan subsidies verleend. Door interne problemen bij gemeenten en noodzakelijke verdere    afstemming tussen partijen schuiven subsidie aanvragen door naar 2020 voor € 2.580.000. Een subsidie van € 3.200.000 is wel aangevraagd, maar kwam niet overeen met de lijst buiten uitvoeringsregeling en zal naar goedkeuring van de 1e begrotingswijzing 2020 worden beschikt. Een project in Heerhugowaard van € 80.000 wordt door de wethouder ter discussie gesteld en het is onzeker wat de voortgang hierop zal zijn.
      3. De bijdragen aan het rijksproject HOV A9 is € 2,1 mln. lager omdat de btw-afrekening van het project pas in 2020 plaatsvind.
      4. De bijdrage aan de Vervoerregio Amsterdam VRA) in kader van Wayfinding € 118.000 hoger
  • Er is € 7,7 mln. minder uitgegeven dan begroot aan het groot onderhoud van wegen via de gebiedscontracten. Het betreft een verschuiving van uitgaven naar aankomende jaren. De middelen blijven beschikbaar in de reserve Groot onderhoud wegen.
    1. Boerenverdrietsluis: de onderhandelingen met de gemeente Den Helder verliepen vorig jaar stroever dan vooraf werd verwacht. We zijn nu nog in een voorbereidingsfase omdat het project Europees moet worden aanbesteed ontstaat een half jaar vertraging. De verwachte start is nu rond augustus/september 2020.
    2. Er is in 2019 € 4,9 miljoen minder besteed aan subsidies fietsinfrastructuur dan begroot . We hebben de subsidieregeling uitgezet en gemeenten aangespoord er gebruik van te maken, echter gemeenten hebben daarvan onvoldoende gebruik gemaakt. Dat heeft diverse redenen; belangrijkste zijn de gevraagde cofinanciering en het feit dat de gekozen prioriteiten niet voldoende aansloten bij gemeentelijk beleid. De evaluatie van deze regeling nemen we mee in de nieuwe opzet in de Uitvoeringsagenda Actieve Mobiliteit. De evaluatie is inmiddels gestart.
    3. Er is een begroting opgesteld voor Projecten voor Derden voor een bedrag van €5 mln. Er is € 0,8 mln. uitgegeven. Het betreffen meerjarige projecten. Aan het eind van het project wordt de afrekening gemaakt.
    4. De uitgaven vanuit de reserve innovatieprojecten mobiliteit vallen lager uit dan begroot. Dit heeft de volgende oorzaken:
      1. Door technische problemen gaat de uitrol van de iVRI veel trager dan gedacht. De doorbelasting van intern personeel op het programmabudget is niet doorgegaan (o.a. daarvoor was de ophoging in 2019 opgevoerd). En de projecten met Nissan hebben vertraging opgelopen.
      2. Levensduur verlengende innovaties: De uitgaven voor het onderdeel IFD NTA zijn dit jaar lager vanwege het feit dat de uitvoerende organisatie (NEN) achter loopt op planning, waardoor deelproducten nog niet in 2019 geleverd (en betaald) konden worden. Het onderdeel EIB van IFD loopt ook achter op planning als gevolg van het feit dat een nadere organisatie (RWS) mee wil doen. Hierdoor wordt het deelproject vergroot en moet de gezamenlijke financiering worden georganiseerd. Voor dit laatste moet een SOK worden ondertekenend. Als gevolg hiervan is de opdrachtgeving (en dus oplevering) vertraagd.                                                          
      3. Het project Transitie Circulaire Economie heeft in 2019 enige vertraging opgelopen door vertrek van een aantal medewerkers. Ondertussen is de opvolging aangenomen en ingewerkt. Voor 2020 hebben we een reeks aan projecten in voorbereiding m.b.t. circulair omgaan met grondstoffen die het budget in 2020 zullen invullen. Hierbij zal aandacht zijn voor hernieuwbare grondstoffen, de data/informatiseringkant van het materialenpaspoort, de pilot circulair as a service en de pilot met aan besteding voor een materialenpaspoort voor de Cruquiusbrug. Het budget zal naar verwachting volledig worden benut.
      4. Door vertraging in de techniek van de iVRI en in de planvorming door o.a. gemeenten Heemstede en Haarlem is vertraging opgelopen. Dit wordt naar verwachting in 2020 rechtgetrokken.
      5. Overige kleinere vertragingen innovatieve projecten mobiliteit
    1. De kosten voor het strategisch en algemeen beheer wegen die ten laste komen van de reserve Groot onderhoud wegen hebben een onderschrijding. Er is circa 1 mln. van het gereserveerd risicobudget voor het gebiedsbeheer niet nodig gebleken in 2019 omdat werkzaamheden zijn doorgeschoven naar volgende jaren. Buiten de gebieden is € 1,5 mln. minder uitgegeven dan begroot aan: beheer/inspecties wegen, groot onderhoud baggerwerkzaamheden (bermsloten) en de uitwerkingsnota groen doordat werkzaamheden worden doorgeschoven naar volgende jaren.
    2. Er is een begroting opgesteld voor projecten voor derden wegen voor een bedrag van € 3,3 mln. Er is € 1 mln. aan lasten gerealiseerd. Het betreft projecten die doorlopen en aan het eind van het project wordt de afrekening gemaakt.
    3. De uitgaven aan het beheer en onderhoud van de tunnels zijn € 1.8 mln. hoger dan begroot. Het betreft de Waterwolftunnel, het Amstel Aquaduct en de Abdijtunnel. Vanaf 2018 is het areaal van het tunnelsysteem vergroot, met delen van de N201 tot de Flora Holland. Hierdoor zijn de beheerkosten van de tunnel hoger, maar van het Gebiedscontract Noord-Holland zuid lager. Ee andere oorzaak betreft de opleidingskosten van omscholing van LBO niveau naar HBO niveau voor een bedrag van € 0,4 mln. Wegens de Europese norm die gesteld wordt voor tunnels hebben we hitteproeven moeten doen herstelwerkzaamheden voor een bedrag van € 0,1 mln. In de derde begrotingswijziging 2019 is de dekking van jaarlijks € 0,4 mln tlv DVM niet doorgevoerd en ten gunste van het product Tunnels. Het restant van de overschrijding zijn de kosten die Arcadis incidenteel heeft uitgevoerd om aan de Europese norm te voldoen.
    4. De kapitaallasten PMI zijn 1,7 miljoen lager dan begroot. De reden hiervoor is dat in de nieuwe Financiële verordening (december 2019) is besloten de kapitaallasten niet langer te berekenen op basis van kasuitgaven, maar in het jaar volgend waarin het werk in gebruik of gereed is gekomen; Als gevolg hiervan zijn de kapitaallasten lager.
    5. In 2019 zijn er minder inspecties gedaan aan kunstweken en oevers. Daarnaast is in 2019 minder uitgegeven aan het nieuwe ligplaatsenbeleid dan vooraf was voorzien.
    6. De baten/ lasten  zijn als verschil geboekt conform de vaarwegovereenkomsten die afgesloten zijn in 2015 conform de Waterwet tussen de Provincie Noord-Holland met de waterschappen.(HHNK,AGV en HH Rijnland. De waterschappen doen taken voor de provincie en de provincie doet taken voor de waterschappen. Geheel conform de overeenkomsten met normbedragen en kengetallen. Momenteel vindt er een evaluatie plaats tussen de partijen.
    7. De kapitaallasten PMI zijn € 1,3 miljoen  lager dan begroot. De reden hiervoor is dat in de nieuwe Financiële verordening (december 2019) is besloten de kapitaallasten niet langer te berekenen op basis van kasuitgaven, maar in het jaar volgend waarin het werk in gebruik of gereed is gekomen; Als gevolg hiervan zijn de kapitaallasten lager
    8. De overschrijding van € 1 mln. is veroorzaakt door hogere energielasten. We verwachten in 2020 nog een afrekening van deze energielasten. Dit is nog niet opgenomen in 2019, omdat dit niet bekend is. Verder zijn grote posten materieel aanschaf voor vast onderhoud wegen en reguliere abri's, de abri's worden doorberekend (zie de baten). Verder is voor de energie via een aanbesteding voor een nieuwe partij gekozen waardoor de energiekosten in 2020 zullen dalen.
    9. De eindafrekening 2018 is eind 2019 opgesteld en dit heeft geleid tot een positieve correctie van € 1,76 miljoen (voordelig) in de jaarrekening 2019 ten opzichte van de voorlopige eindafrekening 2018 die bij de jaarrekening 2018 jaar is opgesteld. Daar staat een extra last tegenover voor de bonus/malus. In 2018 zijn boetes opgelegd en verwerkt als lagere lasten voor de concessies. Echter wanneer de vervoerder zich in het jaar erna verbeterd, dan kunnen boetes uiteindelijk teruggedraaid worden. Het betreft een bedrag van € 400.000 die in 2018 was opgelegd en verrekend (als lagere lasten) maar die in 2019 zijn teruggedraaid. Daarnaast valt de voorlopige eindafrekening 2019 hoger uit, met € 455.000. In totaal vallen de concessies € 905.000 lager uit dan begroot.  
    10. De oorzaak voor onderschrijding betreft een in de begroting opgenomen risicobudget dat beschikbaar moet zijn indien zich een acuut veiligheidsissue voordoet, dit budget is niet nodig geweest.
    11. Door de aanpassingen bij het technisch gereedkomen en de 1 jaar nazorg is de VIGO-investering lager uitgekomen. De afschrijvingen zijn hierdoor opnieuw berekend en verlaagd t.o.v. de berekening begroting, hierdoor lagere afschrijvingen
    12. Er is € 0,8 mln. minder uitgegeven dan begroot t.b.v. verkeerscoördinatie en de flexpool.
    13. Er zijn minder schades dan waar rekening mee is gehouden in de begroting.
    14. Voor afzetplaatsen en het ligplaatsenbeleid is € 0,5 mln. minder uitgegeven dan begroot. Een aantal uitvoeringsactiviteiten zijn doorgeschoven naar de periode 2020-2021.
    15. Dit betreffen de kosten voor de voertuigen van de weginspecteurs. Deze kosten zijn begroot als onderdeel van de overhead in programma 8. Deze kosten blijken echter niet onder overhead te vallen en worden daarom verantwoord binnen het programma bereikbaarheid. Over de programma’s (2 en 8) heen is er geen sprake van een afwijking tussen de begrote en gerealiseerde kosten op dit onderdeel.
    16. De aanbesteding Gooi & Vechtstreek is goed verlopen in 2019.Mede hierdoor zijn de proceskosten voor de OV concessies circa € 143.000 lager uitgevallen dan verwacht. Bij het overdragen van de Zuid Tangent concessie aan de Vervoersregio Amsterdam is bepaald dat de directie B&U van de provincie het onderhoud van de haltes op Provinciaal grondgebied op zich neemt. De lasten zijn bij B&U (binnen programma 2) genomen, terwijl deze nog bij de directie Beleid begroot stonden. Hierdoor is er een onderbesteding van € 250.000. Verder zijn er nog enkele andere kleine onderdelen van de proceskosten die lager zijn uitgevallen, waardoor de totale proceskosten € 468.000 lager uitvallen dan begroot.
    17. Er is in 2019 € 468.000 minder besteed aan Studiekosten PMI dan begroot (neutraal). De reden hiervoor is dat studiekosten Verbinding A8-A9 € 418.000 lager zijn uitgevallen. Naast de VRA subsidie die is binnengekomen is er ook extra budget gekomen vanuit het bestuur. Tijdens de verkiezingen was de verbinding A8-A9 een belangrijk besluitpunt. Het coalitieakkoord heeft er toe geleid dat het project een jaar vertraagd is, extra onderzoek is nodig. Onderzoek wordt in 2020 uitgevoerd. Hiervoor wordt het restant en het nieuwe budget vanuit het bestuur gebruikt. Na extra studie moet er nieuw budget vrijkomen voor realisatie.
    18. De kapitaallasten OV-infrastructuur zijn €427.000  lager dan begroot. De reden hiervoor is dat in de nieuwe Financiële verordening (december 2019) is besloten de kapitaallasten niet langer te berekenen op basis van kasuitgaven, maar in het jaar volgend waarin het werk in gebruik of gereed is gekomen; Als gevolg hiervan zijn de kapitaallasten lager.
    19. Er is in 2019 € 408.000 minder besteed aan studiekosten Mobiliteitsbeleid dan begroot.
      1. Voor Provinciale verkeer- en Vervoerplannen (PVVP) is € 264.000 minder besteed –Raming van de kosten zijn niet gebaseerd op een specifieke uitgave, maar een vooraf gemaakte schatting. Dit is jaarlijks terugkerend en lastig in te schatten.
      2. Voor Toekomstbeeld is € 75.000 minder besteed.
      3. Voor Wayfinding is € 118.000 minder besteed
    20. Er is in 2019 354.000 minder besteed voor het programma Elektrisch vervoer dan begroot. De reden is dat een deel van de laadpalen is overgeheveld naar tussentijdse aanbesteding (350 stuks) en naar de nieuwe concessie (94 stuks en een technisch expert is niet ingehuurd.
    21. Er is in 2019 € 282.000 meer besteed voor Studiekosten PMI dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door intensievere projectstudies als gevolg van meer aandacht voor afstemming met de omgeving en de bestuurlijke regio’s (o.a. door de Omgevingswet).
    22. Er zijn minder uitgaven t.b.v. gladheidsbestrijding. Dit is veroorzaakt door een zachte winter.
    23. Zie voor de toelichting op de verschillen tussen de begrote en gerealiseerde capaciteitskosten de paragraaf bedrijfsvoering.

    Baten

    1. In 2009 heeft de provincie Noord-Holland met derden een overeenkomst (overeenkomst voorwaarden aanleg Boerenlandvariant N201) gesloten, waardoor de Boerenlandvariant (BLV) tijdelijk over (een deel van) het gebied, dat gereserveerd is voor een mogelijk toekomstige parallelle Kaagbaan, is komen te liggen. Deze overeenkomst is geëindigd per 1 januari 2019. Naar aanleiding van het vervallen van de overeenkomst heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de hiervoor genoemde partijen een brief gestuurd. Gedeputeerde Staten hebben in hun reactie daarop aangegeven, onder de volgende voorwaarden, wel in overleg te willen treden over besteding van de vrijgekomen middelen van 18,6 miljoen euro ten behoeve van de verbetering van de bereikbaarheid van Schiphol:
    • Het Rijk draagt ook bij aan eventuele maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid van Schiphol;
    • Als partijen op 1 januari 2020 geen overeenstemming hebben bereikt over de besteding van de niet tot besteding komende middelen wordt het overleg beëindigd en kunnen partijen hun middelen naar eigen inzicht besteden.

    Het Rijk heeft nooit gereageerd op deze brief en overleg heeft daarom ook niet plaats gevonden. Er is dus ook geen overeenstemming bereikt. De reservering op de balans valt daarom vrij in het resultaat.

    1. Er is een begroting opgesteld voor Projecten voor Derden voor een bedrag van € 5 mln., Er zijn maar € 0,8 mln. aan lasten gerealiseerd en aan baten een bedrag van € 0,8 mln.. Het betreft projecten die doorlopen en aan het eind van het project wordt de afrekening gemaakt.
    2. Er is een begroting opgesteld voor Projecten voor Derden voor een bedrag van € 3 mln., Er zijn € 1 mln. aan lasten gerealiseerd. In de baten wort een bedrag van € 1 mln. verantwoord. Het betreft projecten die doorlopen en aan het eind van het project wordt de afrekening gemaakt.
    3. Zie lasten 13.
    4. Er zijn baten geraamd in verband met het opleggen van boetes aan de vervoerder voor het niet op tijd laten instromen van een deel van het zero emissie-materiaal. Deze boetes zijn inderdaad in 2019 opgelegd. Echter, de boetes zijn conform afspraak verrekend met de bijdragen aan de concessies die de provincie bij de eindafrekening heeft betaald aan de vervoerder. Hierdoor zijn de boetes niet als bate ontvangen maar hebben ze geleid tot lagere lasten.
    5. Dit betreffen baten t.g.v. het project: K190 Schipholdraaibrug-04 herstel land
    6. Dit betreft de Europese subsidie voor het project Grass2Grit. De kosten zijn begroot op € 0,8 mln. en gerealiseerd een bedrag van € 0,8 mln. .  De opbrengsten is begoot op € 0,8 mln. en gerealiseerd een bedrag van 0,3 mln.. Het verschil minus eigen bijdrage wordt binnenkort verantwoord bij de subsidieverstrekker.
    7. Er is in 2019 € 354.000 minder aan bijdragen voor het programma Elektrisch vervoer dan begroot (neutraal). De reden is dat er voor een gelijk bedrag minder is besteed, waardoor er minder als dekking ingezet hoeft te worden (zie toelichting uitgaven bij lasten).
    8. Dit betreffen de inkomsten voor schades die verhaald worden op derden.

    Stortingen Reserves

    1. In 2019 is er € 11,1 mln. minder gestort in de reserve Kapitaallasten weginfrastructuur vanuit de reserve Ontwikkeling provinciale infrastructuur dan begroot. Op basis van werkelijke kosten (nacalculatie) worden de investeringsuitgaven ten laste van de reserve Ontwikkeling provinciale infrastructuur naar de reserve Kapitaallasten wegen overgeheveld.
    2. In 2019 is er € 2,1 mln. minder gestort in de reserve kapitaallasten investeringen kunstwerken vanuit de reserve investeringen kunstwerken. De investeringen blijven achter of worden doorgeschoven naar volgende jaren
    3. Er is € 0,7 mln. minder gestort in de reserve OV projecten. Zie baten nr. 5

    Onttrekkingen reserves

    1. In 2019 is er € 28,5 mln. minder onttrokken aan de reserve Uitvoeren mobiliteitsbeleid door derden dan begroot door, te weten:
      1. € 13,3 mln. minder aan (subsidie)bijdragen voor wegenprojecten;
      2. € 4,9 mln. minder besteed aan subsidies fietsinfrastructuur;
      3. € 10,4 mln. minder besteed aan (subsidie)bijdragen Openbaar Vervoer
    2. In 2019 is er € 12 mln. minder onttrokken aan de reserve Ontwikkeling provinciale infrastructuur dan begroot door lagere investeringsuitgaven en lagere studiekosten PMI dan begroot.
    3. Er is € 10 mln. minder onttrokken aan de reserve Groot onderhoud wegen omdat minder is uitgegeven in 2019. Zie de inhoudelijke toelichtingen bij de lasten.
    4. Er is € 3,8 mln. minder onttrokken aan de reserve Innovatieprojecten mobiliteit omdat minder is uitgegeven. Zie de inhoudelijke toelichtingen bij de lasten
    5. Er is € 2,6 mln. minder onttrokken aan de reserve Groot onderhoud vaarwegen omdat minder is uitgegeven. Ze de inhoudelijke toelichting bij de lasten.
    6. Er is € 2,1 mln. minder onttrokken aan de reserve investeringen kunstwerken omdat minder is uitgegeven en dus minder is overgeheveld naar de kapitaallasten reserve.
    7. In 2019 is er € 1,7 miljoen  minder onttrokken aan de reserve Kapitaallasten Weginfrastructuur dan begroot. Zie ook de toelichting bij de lasten.
    8. Er is € 1,4 mln. minder onttrokken aan de reserve OV projecten. Zie de inhoudelijke toelichting bij de lasten
    9. In 2019 is er € 0,4 mln. minder onttrokken t.l.v. de reserve Kapitaallasten OV-infrastructuur dan begroot. Zie de inhoudelijke toelichting bij de lasten
    10. In 2019 is er € 0,4 mln.  minder onttrokken aan de reserve Mobiliteitsbeleid dan begroot door lagere studiekosten Mobiliteitsbeleid. Zie de inhoudelijke toelichting bij de lasten.
    Deze pagina is gebouwd op 05/25/2020 13:38:14 met de export van 05/25/2020 13:35:31